Om vóór de vrachtwagens op de gammele Gambiaanse veerboot te komen, moet ik met mijn koffer en rugzak flink rennen. Dit is de belangrijkste verkeersader van Gambia: de verbinding van Barra op de noordoever van de rivier naar de hoofdstad Banjul op de zuidoever.
Langzaam, heel langzaam, zet de pont zich in beweging. Het tij trekt aan de boot, waarvan nog maar 2 van de vier motoren het doen. De oude brombeer moet zigzaggen om tegen de stroom op te kunnen. Niet iedereen durft nog met de ferry. Ik ken zelfs mensen die om die reden niet meer naar de Northbank gaan. Bang om op drift te raken en stuurloos op de Atlantische oceaan te belanden. Wat als er nog een motor uitvalt? Ik kan die angst steeds beter invoelen.
De lichten van Banjul komen maar niet dichterbij. In de warmte van de avond ga ik verzitten, zodat ik de wind in mijn gezicht krijg. Ik bel en sms mijn vrienden op de Northbank dat ik veilig en wel op de ferry zit en mijn vrienden op de Southbank dat ik eraan kom. In het licht van de vele mobiele telefoons kan ik nu soms wat gezichten zien. Een tweelaags passagiersschip dat luxetochtjes op de Gambiarivier doet, schiet ons als een speer voorbij. Ik concentreer me op de schitterende sterrenhemel en probeer me geen zorgen te maken. De boot bromt dringend, maar lijkt stil te blijven liggen. Alleen de richting van de boeg verandert soms.
Ik loop naar de trappen en kijk wat ongerust om me heen. Een jonge jongen begint het geijkte praatje en zegt tegen me dat hij wel met ‘someone like you’ wil trouwen. Als ik zeg dat ik al bezet ben en ‘double his age‘ (een heel on-Gambiaans argument), zegt hij ‘that’s why I said, someone LIKE you!’ Ik ben niet in de stemming om net zo gevat te antwoorden. De ferry heeft nog wat moeite met recht voor de steiger te komen. Er komt een auto van de kade de aanlegplank opgereden om deze naar beneden te duwen. Anders kunnen auto’s de veerpont niet verlaten. Hè, maar dit tafereeltje heb ik toch ook op de Southbank gezien? Ik kijk nog eens naar het bord boven de aanlegsteiger. ‘Welcome to Banjul‘, staat er. Dan pas dringt het tot me door: ik ben ter bestemming. Niet de boot is teruggeblazen, maar ik was van positie veranderd.
In het haventje van Banjul liggen ondertussen al twee jaar twee goede ferries te wachten om in gebruik genomen te worden. Gekregen van Griekenland. De aanlegsteiger is echter niet geschikt voor deze degelijke ferries. Een nieuwe steiger is al twee jaar in de maak, maar het werk ligt stil. Het geld daarvoor kreeg Gambia er niet bij.