Afgelopen half jaar maakte ik deel uit van de Leerplaats Tussen de Regels rondom het gelijknamige boek van filosofe en organisatieadviseur Mieke Moor. Hoe houd je het uit in het spanningsvolle gebied waar regels eindigen maar de openheid je nog (net) niet de adem beneemt? Wat hebben de kunst van het scheppen en de kunst van het denken ons te bieden? Als afsluiting reflecteerden we door een kunstwerk te maken. De expositie daarvan loopt nu in bedrijfsverzamelgebouw Hooghiemstra. Mijn werk heet geweld 1 | geweld 2. Het is een installatie in dezelfde ruimte waar bijgaand werk is gemaakt.
Tag: veranderkunde
De Kunst van mijn Werk

Wat hebben kunst, filosofie en kunstbeschouwing te maken met mijn werk als adviseur en innovator? Heel erg veel! Dit ontdek ik gaandeweg de Leerplaats Organiseren 3.0 steeds meer. Ik ben de leerplaats ingestapt door Mieke Moor, een van de twee begeleiders van deze zeer interdisciplinaire leergroep van beslissers en organisatieadviseurs. Mieke onderzoekt in haar proefschrift ‘Tussen de Regels’ de spanning tussen ons overgereguleerde organisatiebestaan en de doelen die ons mensen eigenlijk voor ogen staan. Met als hoogste doel: vrijheid voor onszelf en anderen… Mij trok ook de intrigerende ondertitel: een esthetische beschouwing over geweld van organisatie. Geweld van organisatie: ja, daar denk ik al lang over na.
Organisatiegeweld zie ik overal om mij heen in publieke organisaties. Ik wind me op over de negatieve gevolgen voor de leerlingen, ‘cliënten’ en bewoners die van deze publieke diensten afhankelijk zijn. Maar ook over de vervreemding, knechting en ontprofessionalisering van de beroepskrachten in deze sectoren. Alle toetsgekte, verantwoordingsdrift en protocollisering knijpt hen af en werkt averechts uit voor de kwaliteit van onderwijs, welzijn, zorg. Dus denk ik wel eens: Weg met alle regels! En veel van mijn organisatie-opdrachten gaan daar ook over. Over ont-regeling, over samen de weg terugvinden naar de kern van bezieling en maatschappelijk doel, en vandaaruit herontwerpen.
Geweld 1 en geweld 2
Mieke Moor’s boek is geen gemakkelijke kost, maar ze scherpt wel mijn denken in en over mijn werk. Het geweld dat ik hierboven omschreef noemt zij geweld 1. En ze zet er geweld 2 tegenover: daar waar vrijheid en openheid ons de adem benemen en we het als chaos ervaren. Daarom hechten we ook aan regels en daarom is organisatie nodig om dingen gedaan te krijgen. Mieke Moor onderzoekt in dit boek of we het optimum kunnen vinden tussen regels en openheid. Daar, precies op het onzichtbare grensvlak tussen geweld 1 en geweld 2, daar ligt de optimale vrijheid, de ruimte om openstaand, creatief, in contact, vernieuwend te zijn in organisaties. En ze stelt de vraag: (hoe) durven we de spanning uit te houden die daar voelbaar is? Met deze fantastische vraag werken we ook in de Leerplaats.
Kijken, kijken, kijken
Voor het verkennen van die vraag zet zij filosofen en kunstenaars in. Dat doet mijn hersens kraken. De plaatjes in haar boek zijn geen schematische vereenvoudigingen van ideeën zoals in de gebruikelijke hap-slik-weg managementliteratuur, maar werken van kunstenaars. En in haar tekst over die werken, nodigt ze me uit tot kijken, kijken en nog eens kijken. Daar opent zich de parallel met heel veel werk dat ik de afgelopen jaren heb gedaan. Mijn vooruitgang als adviseur – mijn ontwikkeling als mens eigenlijk – zat in het beter leren waar-nemen, ge-waar zijn, en aandacht aan het hier en nu kunnen geven. En in mijn vermogen dat ook bij de mensen en organisaties die ik begeleidde, op te wekken, omdat immers alle kennis, leren en ontwikkeling bij waar-nemen begint? Daarvoor moest ik ook veel leren loslaten. Veel van mijn werk is een voortdurende worsteling, zowel van mijn klant als van mij, met onze voortdurende neiging om in control te willen zijn. Toen we ons een jaar of vijf gelegen op het APS over Theory U bogen, bleek dat een inzichtverdiepende samenvatting van veel waar we al langere tijd mee bezig waren. (Zie ook dit meer recente artikel van Otto Scharmer: http://www.blog.ottoscharmer.com/?p=557).
Zintuigelijk denken
Dan trekt ze ook nog een heel blik filosofen open (Ahrendt, Kant, Heidegger, Lyotard en Cooper) en laat me nadenken over kunst zelf. Dat had ik, veertiger inmiddels, nog nooit zo bewust gedaan. Gemakkelijk vind ik het niet. Ze voert me binnen in de discipline van de kunstfilosofie en het voelt als dansen op ijsschotsen. Ik lees en herlees en ik ervaar regelmatig: ja, nu voel ik dat mijn inzicht zich verdiept, maar hoe en waarover precies? Ik vat het (nog) niet… Dat is onrustbarend en lekker tegelijkertijd. Net zoals goede kunst zelf. Wat een spiegel!
Haar boek is eigenlijk één groot pleidooi voor Denken in het Werk. En voor waarnemen op het scherpst van de snede: daar waar het ongemakkelijk wordt, dat wat je niet kan zien, dat wat je als subliem ervaart, als geweld-ig of overweldigend. Bij Moor is het denken over organisatie bovendien geen louter cerebrale actie, maar juist sterk geënt in zintuigelijke waarneming, in fenomenologie.
Gemeenschappelijk (zelf)onderzoek
En daar komt ook de Leerplaats om de hoek. In deze groep onderzoeken we in alle openheid en kwetsbaarheid de organisatie- en vrijheidsvragen in ons eigen werk. Dat doen we door praten over het boek en dankzij Miekes beschouwingen, maar ook door dans, lichaamswerk, kunst(beschouwing), inbreng van eigen vaardigheden en ervaringen én door het maken van een eigen Werk. De Leerplaats heeft een sterk open space karakter en de organisatoren laten ons in zeer diverse, toepasselijke settings elkaar ont-moeten. De beroepsdilemma’s waar met name de bestuurders en leidinggevenden in de groep mee zitten, zijn niet mals. Meerdere malen confronteren we onszelf en elkaar met onze geinternaliseerde onvrijheid en geweld-dadigheid bij de beroepsbeoefening. De adviseurs onder ons hebben het vaak gemakkelijker, maar ook voor ons geldt: o wee, wat is het lastig om een vrije actor te blijven. Het mooie van Moor’s boek is dat zij zelf ook organisatie-adviseur is (bij Twijnstra Gudde), en haar eigen beroepsdilemma’s al verhalend en analyserend haarscherp inbrengt. Het mooie van de Leerplaats is dat de beide begeleiders zich even sterk laten raken en verrassen door mooie inzichten en lastige vragen als alle andere deelnemers. Het is een gemeenschappelijk (zelf)onderzoek.
Daarmee is zowel het boek als de leerplaats buitengewoon zinvolle en betekenisvolle kost voor bestuurders, leidinggevenden en (ervaren) organisatie-adviseurs. Voor wie plezier beleeft aan taaie maatschappelijke vraagstukken en wel weer eens stevig wil nadenken met heel haar of zijn lijf, is de Leerplaats 3.0 een onvervalste aanrader. Er begint in januari 2014 weer een groep.
Leerplaats 3.0 begeleid door Mieke Moor (adviseur bij Twijnstra Gudde en filosoof ) en Mieke Koldewee (adviseur, coach en danseres): http://www.twijnstragudde.nl/blog/leerplaats-voor-organiseren-30