Van passend onderwijs naar inclusie

jakinderen

De eerste maanden van de Wet op het Passend onderwijs zijn voorbij. De voorspelde chaos is achterwege gebleven. Heel gek is dat niet, want scholen en samenwerkingsverbanden wáren al jaren bezig met ‘Weer Samen Naar School’. Vrijwel overal is de nieuwe wet beleidsarm ingevoerd. En gelukkig waren de bezuinigingen van de baan. Dus men ging zoveel mogelijk door op de oude voet.

Wat veel verwarring bracht en energie nam, was de nadruk van de nieuwe wet op bovenschoolse structuren (de nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs) en op het verleggen van geldstromen. Maar echt passend onderwijs is een kwestie van inhoud, organisatie en leerkrachtgedrag. Van een transformatie naar een kindgerichte cultuur, van ‘ja!’ zeggen tegen diversiteit. En daar was in alle drukte nou juist de afgelopen jaren geen tijd voor. Integendeel: de hoofdmoot van de inhoudelijke veranderingen voor scholen ging juist over opbrengstgericht werken, selectie en versmalling tot de kernvakken. Misschien dat daarom ook wel de chaos werd verwacht: omdat elke ouder op zijn klompen aanvoelt, dat wat ze op scholen zagen gebeuren, hard botst met de ambities van passend onderwijs. Dat is na 1 augustus helaas nog niet anders geworden. Er is dus ook niet opeens van alles in positieve zin veranderd.

Maar goed. Ondanks alle druk van buiten, ontwikkelen veel scholen zich, al is het soms tergend langzaam, tot kindgerichte plekken waar ieder zichzelf kan zijn, met een fijne pedagogische sfeer, een breed aanbod, een gerichtheid op talentontwikkeling en een goede samenwerking met ouders. Dát is het begin van passend onderwijs. En het is hoopgevend dat het overheidsbeleid opeens nieuwe nadruk gaat leggen op talentontwikkeling, onderzoekend leren,  21th century skills, muziekonderwijs etc. De pendel slaat dus terug van louter (smalle) kwalificatie naar ook sociale vorming, burgerschap en menswording.

Gebrek aan verbeeldingskracht en durf is geen excuus meer

Het effect van een andere financieringsstructuur is hopelijk wel, dat scholen die dat willen, meer ruimte hebben om maatwerk te leveren. (Al voorspelt de aanbodgerichte manier waarop de eerste ‘arrangementen’ geformuleerd zijn nog niet veel goeds). Daarnaast is nu de zorgplicht ingevoerd. De eerste uitspraken van de bezwarencommissie geven moed: die zorgplicht gaat echt iets veranderen. Scholen en hun besturen moeten veel preciezer kijken naar wat ze kinderen te bieden hebben en naar welke aanpassingen ze daarin kunnen doen (zie bijvoorbeeld: http://www.nrc.nl/nieuws/2014/09/25/opnieuw-school-op-vingers-getikt-na-weigering-zorgleerling/). Gebrek aan verbeeldingskracht en durf is niet langer een excuus. De combinatie van zorgplicht en andere financieringsstromen levert hopelijk goed nieuws op voor ouders die hun zinnen op een school in de buurt hebben gezet.

Maar komt er daarmee dan ook zicht op inclusief onderwijs? Of mag je als ouder met een bijzonder kind al blij zijn dat je kind mag ‘meedoen’ op de buurtschool? Scholen die het echt menen met inclusie van kinderen met speciale onderwijsbehoeften – of beter gezegd, met diverse scholen waar iedereen leert naar vermogen, blijven niet hangen in het huidige ‘passende onderwijs’. Een school die een smal programma centraal blijft stellen in prestatiegerichte leerjaarklassen, blijft zijn eigen uitval creeren en leidt niet op voor de toekomst. Onderwijsinnovatie en streven naar inclusie zijn tweelingzusjes van elkaar, en ambitieuze scholen snappen dat. Zij werken aan de volgende transformaties.

Transformaties op school

  • Van selectie, afstroom, zittenblijven, verwijzen en uitsluiting
    • Naar geen ontkoppelingen meer
  • Van school die bang is voor ouderbetrokkenheid
    • Naar school met ouderpartnerschap 3.0
  • Van zorg voor speciale kinderen
    • Naar ondersteuning gericht op alle kinderen
  • Van programmagericht onderwijs
    • Naar leerlinggericht onderwijs
  • Van gerichtheid op smalle opbrengsten (kwalificatie, basisvaardigheden)
    • Naar brede opbrengsten over to know, to do, to be, to live together
  • Van op cognitief presteren gerichte selectie
    • Naar gemeenschapsscholen die naar het hele kind kijken
  • Van de leerkracht staat er alleen voor
    • Naar je hebt meer personen nodig om kinderen te helpen ontplooien
  • Van school die mag zeggen ‘dit kunnen we niet’
    • naar school die zegt ‘dit gaan we leren’
  • Van ‘we durven pas als alle onzekerheden zijn weggenomen’
    • Naar ‘we doen het als 1 leraar ja ik wil zegt’
  • Van leerkracht die zendt
    • Naar leerkracht met dialoogvaardigheden

Transformaties bij hun bestuur, samenwerkingsverband en jeugdpartners:

  • Van regieverlegenheid op alle niveaus
    • Naar doorzettingsmacht bij mensen die direct werken met het kind
  • Van specialistische ondersteuning buiten reguliere leerplan
    • Naar toerusting en ondersteuning van leerkracht obv leerplan(ontwikkeling)
  • Van vakspecialisten rondom het kind en de beperking
    • Naar generalistische, oplossingsgerichte ondersteuning gericht op regie in zowel de klas als in het gezin en in de buurt.
  • Van kennisgerichte lerarenopleidingen waar je programma’s leert uitvoeren
    • Naar ontwikkelingsgerichte opleidingen waar je leert samenwerken, ontwerpen en reflecteren, ook met ouders en kinderen

Wat is het zo een waslijst he? Toch is het terug te voeren op één vastberaden hartsbeslissing:

Ja! zeggen tegen kinderen in al hun diversiteit.

 

ja graffiti

 

 

 

Advertentie

Auteur: adyhoitink

Aanjager, verbinder en conceptversterker bij Buro Verschillig. Voor wie het verschil wil maken.

%d bloggers liken dit: